Waterschap Rijn en IJssel gaat uit het restwater van de zuivelfabrieken van FrieslandCampina in Lochem en Borculo de grondstof NEO-alginaat winnen. Dit is een duurzame grondstof die geschikt is voor verschillende toepassingen in de land- en tuinbouw, papierindustrie en bouwsector. De bouw van de NEO-alginaatfabriek is een wereldprimeur.

Het waterschap zette op 8 november het licht op groen voor de bouw van een zogenoemde Nereda-waterzuivering en een NEO-alginaatfabriek op het industrieterrein De Mars in Zutphen. Op deze locatie gaat het waterschap niet alleen NEO-alginaat produceren, maar ook het restwater zuiveren en een kwart minder slibafval produceren. De bouw van de fabriek start komend voorjaar en vergt een investering van € 11 miljoen.
NEO-alginaat wordt geproduceerd bij een relatief nieuw zuiveringssproces dat bekend staat als Nereda. Vandaar de naam ‘neo’: NEreda Opgewekt.

Waterbindend en -afstotend
Het alginaat, dat wordt gevormd uit de slibkorrels, heeft bijzondere eigenschappen: het kan water vasthouden en afstoten. Dit biedt mogelijkheden papier en karton waterafstotend te maken, uitspoeling van meststoffen in de landbouw te verminderen en beton via een betere uitharding een langere levensduur te geven. Het is ook toe te passen als verdikkings- en lijmmiddel, coating en stabilisator.
Tot nu toe wordt alginaat gewonnen uit zeewier in China. Het wordt daarom beperkt gebruikt in onder meer de medische wereld (mal van kunstgebitten, alginaatpleisters en hoestdrank).
Tweede fabriek in Apeldoorn
Het NEO-alginaat is ontwikkeld na een jarenlang onderzoek naar de winning, productie en toepassing van deze grondstof. Het waterschap deed dit samen met Royal HaskoningDHV, TU Delft, Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en Waterschap Vallei en Veluwe. Dit laatste waterschap is van plan om ook een NEO-alginaatfabriek in Apeldoorn te bouwen. Deze fabriek gaat vooral zuiveringsslib als grondstof gebruiken.
Bron: Waterschap Rijn en IJssel